WP730

WORKING

PAPERS

WORKING PAPER • VOL. 7 • N° 30 • November 2021


Necessity knows no law in contaminated times: the rule of law under pandemic police and pandemic legislation' ('Nood breekt wet in besmette tijden: de rechtsstatelijkheid van de pandemiepolitie en pandemiewetgeving')



by Paul De Hert


ABSTRACT (DUTCH ABSTRACT BELOW)


The COVID crisis was tackled in Belgium with an emergency procedure of ministerial decrees, relying on the 2007 Civil Security Law, a law that is actually intended to allow for quick and temporary intervention in case of disasters such as large explosions or fires. Despite the Council of State' findings  ("this law allows curfews"), this law is both inappropriate and dangerous: without parliamentary debate, it allows far-reaching restrictions on fundamental rights for long periods of time. In the Netherlands, too, the curfew was socially and legally controversial. There, too, there were calls for new legislation on lockdown and other police measures in the event of health crises.


The discussions in Belgium and the Netherlands are therefore similar, although the Dutch Constitution and legislation is clearer, (but not enough) with regard to the possibility of declaring a state of emergency and combating infections on a large scale. Obviously, it makes sense, from a concern for the rule of law, to rewrite the Constitution and legislation. New safeguards for new, far-reaching infectious disease control measures for the unhealthy and healthy part of the population .... Who can be against that?


This contribution is cautious about the usefulness of exemption legislation. Looking at the health crisis, and older crises such as the 9/11 crisis (terrorism), we pay attention to processes of power accumulation of the government, and the executive in particular, made visible by such a crisis, but made possible by inconspicuous processes such as technology thinking (the head) and digitization processes (the practice).  This diagnosis draws on insights from Arendt, Ellul, and Jonas about modern, often subtle coercive mechanisms for which the traditional legal-state framework is not or hardly equipped although they have been frequently applied in recent years. For this reason, the traditional legal-state framework has been contaminated not only by digitization processes and power growth of police and government, but also by mobilization of mechanisms such as fear, peer pressure and techno-hypnosis.


After an exploration of the concepts of individual and collective emergency (sections 1 & 2), I emphasize the international obligation to shape a balanced constitutional and legal system on emergency states. Indeed, fundamental rights oppose an "emergency breaks law" police system (section 3). Smart pandemic laws and other exception laws are sector-specific, time-limited, and based on the requirements of crisis management (on cyclical management) and the rule of law (including a role for reviewing judges) (section 4). Nevertheless, the times are not suitable for building a balanced constitutional and legal system on emergency situations. In a second part of the contribution (sections 5 to 9), I explain what makes these times an unfavorable codification time for good practices. There are simply too many bad practices, (I use the term "infections"). In that examination of legal infections, I dwell, as I said, on mechanisms of fear, peer pressure, and techno-hypnosis, and on increases in government and police power through digitization and through "ordinary" laws enabling "extraordinary" police powers. Brand new legislation on health crises ('the Pandemic Law') turned out to be no more than a plaster on a deeply festering legal wound, and this explains why the 'new' Belgian Pandemic Law is only briefly mentioned at the and as a post scriptum.


Keywords: rule of law – crisis- COVID crisis and 9/11 – codifying best practices today or wait - mechanisms of fear, peer pressure, and techno-hypnosis -increases in government and police power through digitization 

 


NEDERLANDSTALIGE ABSTRACT


De COVID-crisis is in België aangepakt met een noodprocedure van ministeriële besluiten, steunend op de wet op de civiele veiligheid uit 2007, een wet die eigenlijk bedoeld is om snel en tijdelijk te kunnen ingrijpen bij rampen zoals grote ontploffingen of branden. Ondanks de Raad van State ('deze wet laat de avondklok toe'), is deze wet ongeschikt én gevaarlijk: zonder parlementair debat worden op grond van deze wet voor langere periodes vergaande beperkingen aan de grondrechten mogelijk gemaakt. Ook in Nederland was de avondklok maatschappelijk én juridische controversieel. Ook daar stemmen voor nieuwe wetgeving rond lockdown- en andere politiemaatregelen bij gezondheidscrisissen.


De discussies in België en Nederland zijn bijgevolg vergelijkbaar, hoewel de Nederlandse Grondwet én wetgeving duidelijker is, (maar niet genoeg) op het vlak van de mogelijkheid om een noodtoestand uit te roepen en infecties grootschalig te bestrijden. Vanzelfsprekend heeft het zin, vanuit een zorg voor de rechtstaat, om Grondwet én wetgeving te herschrijven. Nieuwe waarborgen voor nieuwe, vergaande infectieziektebestrijdingsmaatregelen ten aanzien van het ongezonde én gezonde deel van de bevolking …. Wie kan daar nu tegen zijn?


Deze bijdrage is behoedzaam over het nut van uitzonderingswetgeving. Kijkend naar de gezondheidscrisis, en oudere crisissen zoals de 9/11­-crisis (terrorisme), letten we op processen van machtsaccumulatie van de overheid, en de uitvoerende macht in het bijzonder, zichtbaar gemaakt door zo'n crisis, maar mogelijk gemaakt door onopvallende processen zoals techniek-denken (het hoofd) en digitaliseringsprocessen (de praktijk).  Deze diagnose maakt gebruik van inzichten van denkers zoals Arendt, Ellul en Jonas over moderne, vaak subtiele dwangmechanismen waarvoor het traditioneel rechtstatelijk kader niet of nauwelijks uitgerust is hoewel ze in de afgelopen jaren vaak zijn toegepast. Het klassieke rechtstatelijk kader is om die reden niet alleen besmet door digitaliseringsprocessen en machtsgroei van politie en overheid, maar ook door mobilisatie van mechanismen zoals angst, groepsdruk en techniek-hypnose.


Na een verkenning van de begrippen individuele en collectieve noodtoestand (sectie 1 & 2), beklemtonen we de internationale plicht om in een rechtssysteem vorm te geven aan een gebalanceerd grondwettelijk en wettelijk systeem over noodtoestanden. De grondrechten verzetten zich immers tegen een 'nood breekt wet'-politiesysteem (sectie 3). Slimme pandemiewetten en andere uitzonderingswetten zijn sectorspecifiek, in tijd beperkt en gesteund op de eisen van crisismanagement (over cyclisch beheer) en de rechtsstaat (onder meer met een rol voor toetsende rechters) (sectie 4). Toch zijn de tijden niet geschikt voor het uitbouwen van een gebalanceerd grondwettelijk en wettelijk systeem over noodtoestanden. In een tweede deel van de bijdrage (sectie 5 tot 9) leg ik wat deze tijd tot een ongunstige codificatietijd maakt van good practices. Er zijn eenvoudigweg te veel bad practices, (ik gebruik de term 'besmettingshaarden'). In dat onderzoek van rechtstatelijke infecties sta ik, zoals gezegd, stil bij mechanismen van angst, groepsdruk en techniek-hypnose, en bij toename aan macht van de overheid en de politie door digitalisering en door 'gewone' wetten waarin 'uitzonderlijke' politiebevoegdheden worden mogelijk gemaakt. Kersverse wetgeving over gezondheidscrisissen ('dè Pandemiewet') blijken niet meer dan een pleister op een diep etterende rechtstatelijke wonden en het bleek achteraf dan ook maar het beste om de 'nieuwe' Belgische Pandemiewet kort te vermelden, bij wijze van post scriptum.




Connect with us


Brussels Privacy Hub

Law Science Technology & Society (LSTS)

Vrije Universiteit Brussel

Pleinlaan 2 • 1050 Brussels

Belgium

info@brusselsprivacyhub.eu

@privacyhub_bru

Stay informed


Keep up to date of our activities and developments. Sign up to our newsletter:

My Newsletter

Copyright © Brussels Privacy Hub